James en Simon

James en Simon
James (rechts op foto) werd op een nacht in 1994 ontvoerd door de rebellen van het Weerstandsleger van de Heer. Hij was toen elf jaar. De rebellen gaven hem een zware vracht om te dragen en namen hem mee naar Soedan. Onderweg werden voortdurend nieuwe kinderen ontvoerd. Anderen werden gedood omdat ze gezwollen voeten hadden en daardoor niet snel genoeg konden lopen.

In Soedan werd James opgeleid tot soldaat. Hij leerde met een geweer schieten en landmijnen leggen. Vervolgens werd hij ten strijde gestuurd. Hij moest vechten tegen het SPLA, de rebellen van Zuid-Soedan, aan de zijde van het Soedanese regeringsleger. Hij werd ook naar zijn eigen land teruggestuurd waar hij moest vechten tegen het Oegandese regeringsleger. Als hij niet hard genoeg vocht, werd hij geslagen. Hij raakte zo vaak gewond dat hij de tel kwijt is. Hij heeft littekens van kogels in het been, in de arm en in de schouder. Eén keer ook brak hij zijn been.

In Soedan was er grote hongersnood. James overleefde door de omringende dorpen aan te vallen en het weinige voedsel van de bevolking te stelen. Hij verbleef in totaal zeven jaar in het rebellenleger.

In juni 2001 viel zijn groep in een hinderlaag van het regeringsleger. James werd geveld door een kogel in de ogen. Het duurde nog drie weken voor iemand hem vond en naar het ziekenhuis bracht. James is nu volledig blind. Hij is bovendien wees. Zijn vader overleed aan een ziekte toen hij klein was. Een jaar na zijn terugkeer, in 2002, overleed ook zijn moeder. Gevraagd wat hij met zijn leven wou aanvangen, zei James aanvankelijk dat hij het liefst dood zou zijn.

De vzw. Kindsoldaten stuurde hem naar de blindenschool in Gulu. Daar vond hij zijn beste vriendje uit het rebellenleger terug. Simon (links op foto) was samen met hem ontvoerd en had hem verzorgd toen hij zijn eerste kogel in de schouder kreeg. Zelf was hij getroffen door bomsplinters in de ogen. Simon leidde James door de wereld der blinden. Nu wil James blindenleraar worden.
       

Ga terug