Afstandsonderwijs in Oeganda

07/08/2020 18:28

Op 23 maart gingen in Oeganda de scholen dicht als voorzorgsmaatregel om het coronavirus buiten te houden. Dat betekent dat 15 miljoen schoolkinderen al meer dan vier maanden thuis zitten.
 
Het Oost-Afrikaanse land, met een bevolking van 42 miljoen, telt sinds het begin van de epidemie 1.176 COVID 19-besmettingen, waarvan 1.045 genezen zijn, en vier doden.
 
Anders dan in Belgie loopt het schooljaar in Oeganda van februari tot december. Het is niet bekend of de scholen dit jaar nog zullen opengaan.
 
Aangezien in februari de presidentsverkiezingen doorgaan en de scholen traditiegetrouw die maand gesloten blijven, is het bovendien niet ondenkbaar dat Oegandese kinderen pas in maart volgend jaar terug op de schoolbanken zullen zitten.
 
Voor onze sponsorkinderen, net als voor miljoenen van hun leeftijdsgenootjes, dreigt het dus een verloren jaar te worden.
 
De regering probeert via leerpaketten, radio- en televisieprogramma’s kinderen thuis te laten leren. Maar, zoals een pas verschenen rapport van Save the Children vaststelt, met weinig succes. Vooral de armste en meest kwetsbare kinderen vallen uit de boot.
 
Vooreerst is de impact van televisie en online schooling in Oeganda beperkt omdat de overgrote meerderheid van de gezinnen geen toegang heeft tot electriciteit, TV of een computer.
 
De leerpaketten, die begin mei werden gedrukt, hebben nog steeds miljoenen leerlingen niet bereikt wegens distributieproblemen. Bovendien bevatten ze herhaling van eerder gegeven lessen en geen nieuwe leerstof, aldus het rapport.
 
Maar zelfs de kinderen die wel de cursussen hebben gekregen, hebben vaak hulp nodig van volwassenen. Een derde van de lagere schoolkinderen in Oeganda kan niet begrijpend lezen en veel ouders zijn niet in staat hun kinderen te helpen, zegt Save the Children.
 
“Veel ouders werken voltijds en hebben er geen tijd voor. Anderen zijn ongeletterd, hebben zelf nooit lager onderwijs voltooid en begrijpen het lesmateriaal niet.”
 
Radio is wel toegankelijker. Maar recent onderzoek wees uit dat 80 procent van de gezinnen op het platteland in Noord-Oeganda niet over een radiotoestel beschikt.
 
“Ouders die wel een radio hebben, nemen hem vaak mee naar het veld of naar hun werk en laten hun kinderen thuis achter zonder dat ze kunnen luisteren.”
 

President Museveni heeft aangekondigd dat hij fondsen zoekt om voor alle 9 miljoen gezinnen in het land een radiotoestel te kopen. Maar het is de vraag of die op tijd zullen komen en zullen worden gebruikt voor het juiste doel.
 
Ook de inhoud van de radiolessen is een punt van kritiek. Leerlingen klagen dat het tempo te hoog ligt en ze niet kunnen volgen, en dat de lessen gericht zijn op de hogere klassen van het lager onderwijs, niet de lagere klassen.
 
Save the Children wijst tenslotte nog op een ander probleem. Zonder de routine van het schoolleven hebben kinderen moeite om tijd vrij te maken om te studeren.
 

Overdag worden ze verondersteld mee te helpen in het huishouden, zoals water halen, hout sprokkelen, kleren wassen, geiten hoeden of het huis schoonmaken.
 
In sommige gevallen worden ze erop uitgestuurd om te werken en voor bijkomend inkomen te zorgen. “We zien een toename van kinderarbeid sinds de sluiting van de scholen,” aldus het rapport.
 
De organisatie pleit voor creatieve oplossingen, zoals leerkrachten inschakelen om gezinnen te bezoeken of in kleine groepen onder een boom de lessen van de voorbije week te overlopen.
 
Zij pleit ook voor aanpassing van de radio-lessen, snellere verspreiding van de leerpaketten en, nu de scholen gesloten blijven, het ontwikkelen en verspreiden van nieuwe leerstof.  

Els De Temmerman

Ga terug