Een tochtje naar de bank in tijden van lockdown
18/05/2020 10:50
Hoe naar de bank geraken om de schoolgelden van de kinderen in ons sponsoringprogramma te betalen? Op deze vraag zat ik al zes weken te broeden.
In Oeganda heerst een totale lockdown. Scholen zijn al twee maanden dicht. Openbaar vervoer is verboden. En anders dan in Belgie mogen ook prive-voertuigen de straat niet op. Alleen dokters en verpleegkundigen, de zogeheten essentiele beroepen, mogen zich verplaatsen in voertuigen uitgerust met speciale stickers.
Maar toen bleek dat er valse exemplaren in omloop waren, kregen zelfs mensen met stickers problemen. In het nieuws zagen we hoe politiemannen stickers van de voorruiten trokken en vermeende overtreders hard aanpakten.
Maar het meest gevreesd zijn de mobiele patrouilles. Zij houden bestuurders tegen die ervan verdacht worden de lockdown te schenden, arresteren hen en nemen hun auto in beslag. Het is zeer de vraag of en in welke staat de bestuurders hun auto terugkrijgen.
Reden te meer om mij zorgen te maken over deze zeer gewaagde onderneming. Wij wonen aan de rand van Kampala, op 15km van de dichtstbijzijnde bank. Lopen was dus uitgesloten. De fiets achtte ik evenmin een optie. Sommige wegen zijn door de hevige regenval van de afgelopen weken in modderpoelen veranderd.
Dus was het zoeken naar een ‘Oegandese’ oplossing. Die bestond erin een bestelwagen te huren (want thuisleveringen zijn wel toegestaan) en de achterbak vol te stoppen met ‘bestellingen’, zoals bouwmaterialen.
Maar bestelwagens, hoe oud en versleten ook, zijn fel gegeerd dezer dagen. Hun eigenaars, die in deze Corona tijden de kans van hun leven zien om snel rijk te worden, vragen woekerprijzen.
Na lang zoeken vond onze mecanicien een afgedankte pick-up te huur die betaalbaar was en nog net reed. Alleen werkte de eerste versnelling niet. Ik durfde met dit wrak de straat niet op.
Uiteindelijk vond ik een chauffeur die bereid was te rijden. Maar met z’n tweeen vooraan in de auto was alweer een probleem. Passagiers van bestelwagens mogen alleen in de achterbak plaats nemen. Door de vele putten in de weg achtte ik dit levensgevaarlijk.
En dus zaten we allebei vooraan gespannen te turen naar mogelijke politiecontroles onderweg. Telkens we een groepje witgeklede (verkeerspolitie) of groengeklede (militaire politie) mannen in de verte zagen opduiken, stapte ik uit om een kilometer te voet te gaan. Verderop stond de chauffeur mij op te wachten en kon ik weer instappen. Dit ritueel hebben we vier keer herhaald.
De vijfde keer hadden we de politiecontrole te laat opgemerkt. Ik vreesde het ergste. Maar de chauffeur kende een van de politiemannen en ze zwaaiden vrolijk naar elkaar. ‘Hij zal me straks wel opbellen om geld te vragen,’ merkte de chauffeur lachend op.
De ordediensten zijn een andere groep die verdienen aan dit virus. Onderweg zag ik boda boda’s (bromfietstaxi’s) die tegen de regels in passagiers vervoerden de politie aan de wegbarrikades geld toestoppen.
Maar er was nog een andere reden waarom de tocht heen en terug uiteindelijk vier uur heeft geduurd. Doordat de eerste versnelling niet werkte, viel de auto bij elke put, drempel of politiecontrole stil, tot grote ergernis van de vrachtwagens en bestelwagens achter ons die luid toeterend hun misnoegen te kennen gaven.
In de bank duurden de overschrijvingen nog eens anderhalf uur, alhoewel ik nagenoeg de enige klant was. De koers van de euro was veel lager dan het Internet aangaf. ‘Door de crisis nemen we grotere marges’, gaf mijn bankier toe. Nog een sector die profiteert van de crisis.
Maar deze ongemakken zijn natuurlijk niets in vergelijking met wat de meerderheid van de bevolking meemaakt. Die wordt met de dag hongeriger, moedelozer en opstandiger.
Hoewel President Museveni aanvankelijk werd geprezen voor zijn kordate en radicale aanpak, beginnen meer en meer mensen zich nu af te vragen of de maatregelen nog evenredig zijn met het gevaar op coronabesmetting.
Op een bevolking van 42 miljoen mensen zijn er ‘maar’ 248 besmettingen, waarvan 189 vrachtwagenchauffeurs aan de grenzen, voornamelijk buitenlanders. Niemand is dusver gestorven aan het virus.
Ter vergelijking: er sterven in Oeganda bijna 200.000 mensen per jaar aan infectieziekten, zoals malaria, diarrree en tuberculose – ook wel de armoedeziekten genoemd.
Het is maar de vraag of er momenteel niet meer mensen sterven omdat ze door de lockdown niet in een kliniek of aan medicatie geraken, of omdat door honger en ondervoeding hun immuniteit afneemt.
Het verschil, zeggen cynici, is dat dit virus de rijken en elites treft, de mensen die ‘connected’ zijn, kunnen reizen en oud worden. Slechts 2 procent van de bevolking in Oeganda wordt ouder dan 65 jaar, volgens cijfers van de Wereldbank.
Mensen krijgen ook meer en meer het gevoel dat de machthebbers de crisis uitbuiten voor hun eigen politiek, financieel of electoraal belang.
Alleen vertegenwoordigers van de regeringspartij mogen voedsel uitdelen. Oppositieleden die dat doen, worden opgepakt en aangeklaagd voor ‘poging tot doodslag’.
Museveni heeft een lening van bijna 500 miljoen dollar gekregen van het IMF en 30 miljoen euro van de EU om de epidemie te bestrijden. Hij vraagt nu China om kwijtschelding van alle schulden. In Oeganda gaat het om Chinese leningen ten belope van 3 miljard dollar.
En eerder deze maand verklaarde de president in een interview dat het ‘waanzin’ zou zijn om begin volgend jaar verkiezingen te organiseren in deze omstandigheden.
Het goede nieuws is dat ik erin geslaagd ben het schoolgeld te betalen van onze sponsorkinderen voor het eerste trimester, de periode voor de lockdown van start ging. Ruim 31.000 euro werd overgeschreven naar de 24 scholen in Noord-Oeganda waar we mee samenwerken.
De directeurs van de betreffende scholen reageerden alvast positief. “Nu kunnen we onze leerkrachten ook tijdens de lockdown blijven doorbetalen,” lieten ze weten.
Els De Temmerman
18 mei 2020