Nieuwsbrief Els De Temmerman
23/05/2020 10:56
Beste vrienden en sympathisanten,
Vorig jaar hebben we opnieuw bijna 90.000 euro uitgegeven aan schoolgelden en schoolpaketten voor 268 kinderen in ons sponsoringprogramma.
Zoals eerder vermeld zijn de begunstigden nu bijna uitsluitend kinderen geboren of verwekt in het Verzetsleger van de Heer. Hun moeders werden ontvoerd en verkracht door de rebellenleiders.
Sinds het ontstaan van onze vzw in het jaar 2000 hebben we bijna 3,5 miljoen dollar (aan de huidige koers zo’n 3,2 miljoen euro) uitgegeven aan schoolgelden en schoolpaketten.
Met dit geld hebben we de afgelopen twintig jaar meer dan tachtig scholen gesteund in het door oorlog getroffen gebied van Noord- en Oost-Oeganda, en hebben we in totaal 3.548 kinderen een toekomst gegeven: voormalige kindsoldaten en ‘kinderen geboren in gevangenschap’, zoals zij hier heten.
Ik vergelijk deze laatste groep soms met de kinderen van ISIS. Het zijn kinderen die niemand wil. De moeders willen hen niet, omdat ze een nieuw leven willen beginnen met een man waarvan ze hopen dat die voor hen zal zorgen. Zijzelf zijn namelijk op jonge leeftijd ontvoerd en hebben de kans niet gehad om lager onderwijs te voltooien of een beroep te leren.
De pleegvaders willen hen niet omdat dit kinderen zijn van gewetenloze rebellenleiders die worden gevreesd en gehaat door de gemeenschap. Er rust nog altijd een zwaar stigma op deze ‘erfgenamen’ van het Verzetsleger van de Heer.
En de vaders? Die zijn dood, zitten in de gevangenis, of dolen ergens rond in het grensgebied van Kongo en de Centraal-Afrikaanse Republiek – restanten van een verslagen leger dat nog vooral bezig is met plunderen en overleven.
Er zijn uitzonderingen. Ik krijg regelmatig telefoontjes van Opio Makasi, Sam Kolo en Kenneth Banya, voormalige rebellenleiders die zich bij hun terugkeer hebben ontpopt tot bezorgde vaders die het beste willen voor hun kinderen.
Maar over het algemeen zijn deze kinderen aan hun lot overgelaten. Wij hebben kostscholen voor hen uitgezocht waar men begrip heeft voor hun situatie zodat ze tijdens het schooljaar in een relatief stabiele omgeving kunnen leven.
Opvang in de vakanties is echter een groot probleem. Sommigen komen bij een oude grootmoeder terecht die niet voor hen kan instaan. Anderen wonen alleen in een hut en moeten zich zien te redden, hoewel ze nog maar 12 jaar oud zijn. Nog anderen worden mishandeld door de pleegvaders.
De meesten worstelen met een identiteitscrisis. Ze komen op een leeftijd waarin ze vragen beginnen te stellen. Omdat de moeders nog niet de juiste woorden hebben gevonden om het uit te leggen, wordt er over de vader of over de omstandigheden van hun geboorte nooit gerept.
“Mijn dochter weet niet wie haar vader is,” zegt Janet, wiens kind in het sponsoringprogramma zit. ‘Ik weet niet hoe ik het haar moet uitleggen. De meeste moeders praten er niet over.”
En hoe zit het nu met Kony?
Joseph Kony, de man die aan de basis ligt van zoveel ellende en leed, is intussen bijna 60 jaar oud, is gezond en wel, en houdt zich op in Kafia Kingi, een gecontesteerde Soedanese enclave op de grens met Zuid-Soedan en de Centraal-Afrikaanse Republiek.
Volgens een artikel van 10 maart 2020 in African Arguments trok Kony al in 2011 met een kleine eenheid, waaronder zijn twee zonen, Salim en Ali, naar Kafia Kingi.
In de beginjaren werd hij daar in leven gehouden met de opbrengst van ivoor, die zijn commandanten aanvoerden, en met bevoorradingen door het Soedanese regeringsleger.
Maar zijn commandanten, die beseften dat de strijd om de Oegandese regering omver te gooien nergens toe leidde, begonnen geleidelijk aan hun eigen belangen na te streven. Kony raakte de controle kwijt over zijn troepen.
Zijn leger, dat nog uit enkele tientallen soldaten bestaat, raakte steeds meer versnipperd. Zelfs het Soedanese regeringsleger stopte alle steun.
‘Het was in die context dat Kony in zijn laatste discussie met zijn strijdkrachten in juni 2018 verklaarde dat het Verzetsleger van de Heer niet langer vocht tegen de Oegandese regering, en dat zijn volgelingen nu vluchtelingen waren die hun eigen manier moesten zien te vinden om te overleven,’ aldus het artikel.
Het verklaart waarom het Verzetsleger vandaag de dag minder geinteresseerd lijkt in geweldadige aanvallen en meer in daden gericht op overleven, zoals boeren, het stelen van voedsel, en de verkoop van honing op plaatselijke markten.
Het verklaart ook de afname van gewelddadige aanvallen, want om handel te kunnen drijven moeten de commandanten in vrede leven met de plaatselijke bevolking.
Volgens de Crisistracker van Invisible Children voerde het Verzetsleger van de Heer het afgelopen jaar 65 aanvallen uit, waarbij 120 mensen werden ontvoerd. Het jaar daarvoor werden nog 99 aanvallen uitgevoerd, waarbij 408 mensen werden ontvoerd.
De meeste aanvallen, aldus de Crisistracker, zijn gericht op het plunderen van huizen en markten, het overvallen van reizigers en het bestelen van boeren die van hun veld komen.
Het artikel roept op tot het hernieuwd verspreiden van de amnestieboodschap, zoals in het verleden gebeurde. Zelfs Kony’s zonen willen weg, maar ze weten niet langer waar ze thuishoren en waar ze heen moeten. En ze vrezen de wraak van de bevolking, aldus de auteurs.
Met name onze vzw was tussen 2003 en 2006 verantwoordelijk voor een populair radioprogramma in Lira, dat ‘Karibu’ (welkom) heette, waarbij rebellenleiders werden opgeroepen de strijd te staken in ruil voor amnestie.
Het leidde tot de terugkeer van honderden commandanten die duizenden ontvoerde kinderen met zich meebrachten. Ik zie nog altijd de verschrikte gezichten voor mij van de kinderen in ons opvangcentrum toen daar op een dag hun rebellenleiders opdoken.
‘Jullie hebben ons opgeroepen om de strijd te staken. Hier zijn we,” zeiden ze. De aanwezige kinderen nodigden hen prompt uit naar ons ‘parlement’ waar ze hen dwongen vergiffenis te vragen voor de ontvoeringen, folteringen en ontberingen. De massale deserties luidden het begin van het einde in van het Verzetsleger van de Heer.
Els De Temmerman
Mei 2020