Sponsors bezoeken hun sponsorkind in Oeganda

Helene en Antoine Welvaert-Vandevelde uit Ertvelde bezochten in maart voor de elfde keer hun sponsorkinderen in Oeganda – Florence, haar zoontje Rubangakene die geboren werd in het rebellenleger, en Lawrence.
Ze stellen het zeer goed. Florence, die vier jaar ontvoerd was, heeft na haar studies haar eigen boerderij in Gulu opgestart, waar ze mais, rijst, soyabonen, simsim en manioc verbouwt. Ze heeft daarvoor een perceel grond van 40,000m2 ter beschikking.

Helene en Antoine hebben tijdens hun bezoek twee trekkoeien en een osseploeg voor haar gekocht zodat ze een groter oppervlak kan bewerken. Ze kochten ook meststoffen en veredeld zaaigoed van okra, bonen, soya, mais en uien. Florence was in de wolken.

Haar zoontje, Rubangakene, zit momenteel in het eerste middelbaar in Rachele school. Hij doet het goed op school.
“Ik druk hierbij mijn oprechte dank uit voor jullie aanhoudende steun, niet alleen aan mij maar ook aan al diegenen voor wie jullie vrijgevigheid een bron van hoop is,” schreef Florence in een brief die ze meegaf bij het afscheid.

Lawrence, die anderhalf jaar ontvoerd was, heeft na zijn studies landbouw in Rachele school een baan gevonden op een groot landbouwbedrijf. Ook hij was blij met het bezoek van zijn sponsors.

Het echtpaar bezocht ook Rachele school en deelde er truitjes uit van FC Sleidinge en wandelclub WAK van Groot-Evergem. De voorzitter van FC Sleidinge is sponsor van Simon, het beste vriendje van Rubangakane. Ze poseerden trots voor de camera met hun nieuwe truitjes. Zelfs de directeur van Rachele school, Fr. Alfred, nam dankbaar een sporttruitje aan.

"Wij waren erg geraakt geworden door het verhaal van de ontvoerde kinderen,” zeggen Helene en Antoine. “Wat we doen voor onze sponsorkinderen doen we met hart en ziel. Het is niet alleen een kwestie van geld geven maar ook van morele ondersteuning en aanmoediging. We zijn blij om te zien dat ze het goed stellen en elk jaar vooruit gaan. Wat we hier gedurende de jaren hebben meegemaakt laat ons nooit meer los.”