Getuigenis Santo Okot
Ik werd ontvoerd in oktober 97. De rebellen vielen ‘s nachts ons huis in Pader binnen en namen me mee. Ik moest heel lange afstanden te voet afleggen. Ik was er getuige van hoe andere kinderen werden vermoord omdat ze te traag liepen of probeerden te ontsnappen. Ik werd zelf ook verplicht mensen te vermoorden. Ik werd meegenomen naar Soedan. Daar kreeg ik een militaire opleiding. Ik leerde marcheren en schieten. Ze gaven me een SMG-geweer. Dikwijls werd ik ingezet om te vechten tegen het Oegandese leger. Ik werd erop uitgestuurd om huizen in brand te steken en dorpen te plunderen. Ik maakte veel aanvallen mee op het SPLA.
In oktober 2OO4, tijdens een gevecht met het leger, werd ik gewond door kogels in mijn been. Drie dagen bleef ik gewond in de bush liggen. Uiteindelijk kon ik de hulp inroepen van mensen die me naar de legerkazerne brachten.
Nu nog steeds denk ik aan die vreselijke ervaringen. Ik moest zelf vele kinderen ontvoeren en de meisjes tot seksslavinnen maken. Ik moest dorpen gaan verkennen om ze later te plunderen en plat te branden. Dat zijn voor mij de ergste dingen om mee te moeten maken.