Sponsoringsprogramma
Het begin
Het begon met een boek. De Belgische journaliste Els De Temmerman hoorde in december 1998 voor het eerst over de ontvoeringen in Noord-Oeganda toen ze het gebied bezocht voor de krant ‘De Morgen’. De omvang en de ernst van het kindermisbruik en het feit dat de wereld deze tragedie doodzweeg, deed haar besluiten een boek te schrijven.
‘De meisjes van Aboke’ gaat over de ontvoering van 139 schoolmeisjes uit een Italiaanse kostschool in Noord-Oeganda in oktober 1996. In een daad van bovenmenselijke moed ging de onderdirectrice, zuster Rachele, de rebellen achterna. Door haar eigen leven aan te bieden in ruil voor dat van haar meisjes slaagde ze erin 109 leerlingen vrij te krijgen. Ze moest er dertig achterlaten. Het boek vertelt het verhaal van enkele meisjes die wisten te ontsnappen uit het rebellenleger, en de jarenlange pogingen van zuster Rachele om de overige meisjes terug te vinden, een kruistocht die haar voerde naar Bill Clinton, Nelson Mandela, de Paus en het Europees Parlement. Tot op vandaag is nog steeds een Abokemeisje vermist. Vier meisjes vonden de dood in het rebellenleger. ‘De meisjes van Aboke’ werd vertaald in het Italiaans, Engels, Spaans en Frans. De rechten van het boek werden gekocht door een internationaal filmhuis. Verfilming is gepland voor eind 2010. Van bij de aanvang besliste de auteur de opbrengst van haar boek en van haar lezingen over dit onderwerp weg te schenken aan een project om het schoolgeld te betalen van de vrijgekomen ex-kindsoldaten. Meer dan 25.000 kinderen zijn de afgelopen jaren ontsnapt uit de Lord’s Resistance Army. De meesten komen vrij tijdens gevechten met het regeringsleger, als zij worden uiteengedreven of gewond neervallen op het strijdveld.
Alle kinderen die terugkeren van de Lord’s Resistance Army zijn er vreselijk aan toe. Velen vertonen schotwonden, verminkingen, littekens van messteken en slagen, en wonden aan de voeten. De meesten zijn ziek, ondervoed en zitten van kop tot teen onder het schurft. Malaria, tuberculose, darmontstekingen en ademhalingstoornissen zijn de meest voorkomende ziekten. De meisjes komen allen terug met geslachtsziekten, sommigen hebben AIDS.
Minder zichtbaar en moeilijker te genezen zijn de innerlijke littekens: het wantrouwen, de angst, de zelfverachting, de schuldgevoelens, de morele ontreddering en de woede tegenover een maatschappij die hen niet heeft kunnen beschermen. Door het feit dat zij jaren gemist hebben op school, hebben zij nauwelijks kansen op de arbeidsmarkt. De meisjes komen terug met baby’s waar zij financieel niet kunnen voor zorgen. In hun dorpen worden zij bovendien vaak uitgescholden voor ‘rebellen’ of ‘vrouwen van Kony’.
Onderwijs
De kinderen die ontsnappen komen eerst terecht in een van de opvangcentra in Noord-Oeganda, zoals Rachele opvangcentrum in Lira dat drie jaar lang door de vzw. Sponsoring Kinderen Oeganda werd geleid. Ze krijgen er gedurende enkele weken medische verzorging, traumaverwerking en psychologische begeleiding. Daarna moeten zij terug naar huis. Als deze kinderen geen toekomstperspectief krijgen, dreigen zij ten prooi te vallen van misdaadsyndicaten en toekomstige krijgsheren. Onderwijs is de beste manier om hen te rehabiliteren en te herintegreren in de samenleving. Met dat doel werd in 2000 de vzw. Sponsoring Kinderen Oeganda opgericht, later de vzw. Kindsoldaten genoemd.
We startten met het financieren van de studies van 25 ex-kindsoldaten. Dank zij solidariteitsacties in scholen, service-clubs en andere organisaties en giften van talloze mensen in Belgie en Nederland sturen we momenteel meer dan 3,300 ex-kindsoldaten naar school, voornamelijk naar middelbare en beroepsscholen in Noord- en Oost-Oeganda. Bij de selectie gaat prioriteit naar de meest behoeftige en getraumatiseerde kinderen: kinderen die gedurende lange tijd ontvoerd waren (zes maanden en meer), weeskinderen, gehandicapte kinderen en meisjes met baby’s.
Het schoolgeld wordt rechtstreeks gestort aan de scholen in Noord-Oeganda. Daarnaast krijgt elk kind per trimester een schoolpakket. Om de opvolging vlot te laten verlopen, werden een zestigtal scholen geselecteerd in Lira, Apac, Gulu, Soroti en Kitgum die worden beschouwd als een goede leeromgeving voor deze kinderen. Daarbij werd rekening gehouden met veiligheid, schoolprestaties, toegankelijkheid, discipline, begrip voor de situatie van ex-kindsoldaten en faciliteiten waarover de school beschikt. De kinderen moeten hun schoolrapport voorleggen en de scholen moeten van elk kind een evaluatierapport overhandigen.
Het sponsoringprogramma wordt louter gefinancierd door privé-giften. De fondsen gaan maximaal naar het schoolgeld van de kinderen. Het sponsoringprogramma draait voornamelijk op vrijwilligers, waardoor er amper Oegandese personeelskosten zijn. Er is enkel een plaatselijke onderwijsverantwoordelijke in Oeganda. Uit het verslag van de auditor bleek dat de vzw. in 2009 slechts 1% van haar inkomsten besteedde aan kosten van algemeen beheer (overhead). In totaal 94% ging rechtstreeks naar schoolgeld en schoolpaketten.
We halen schitterende resultaten met onze leerlingen. Sommigen zijn de besten van de klas en zelfs van de hele school. De vijf beste leerlingen in het laatste jaar middelbaar worden naar de universiteit gestuurd. We stuurden inmiddels 35 ex-kindsoldaten naar de universiteit, waarvan er al 20 zijn afgestudeerd. Zij studeren rechten, ontwikkelingsstudies, communicatiewetenschappen en management van wildparken. Een Abokemeisje is intussen advokate en deed haar stage in het Internationaal Strafhof in Den Haag.
Het sponsoringprogramma is tegelijk een injectie voor het hele onderwijssysteem in Noord-Oeganda, dat met deze bijkomende inkomsten de infrastructuur kan verbeteren en de leerkrachten beter kan betalen. Door het feit dat we bij voorkeur werken met ‘goede’ scholen, ontstaat er bovendien een gezonde competitie onder scholen, wat leidt tot een algemene verhoging van het onderwijsniveau.
2,4 miljoen euro naar schoolgeld sinds 2001!
Sinds de oprichting van onze vzw hebben we in totaal 2.408.000 euro (US$3.150.000) uitgegeven aan schoolgeld en schoolpakketten voor ex-kindsoldaten in Oeganda. Wie had durven dromen 15 jaar geleden dat ons project, gedragen door enkele gedreven Vlaamse vrijwilligers, zo’n vlucht zou nemen!
Het eerste jaar hadden we 25 kinderen in het sponsoringprogramma en betaalden we 15.000 euro. Zowel het aantal sponsorkinderen als de bedragen gingen de daaropvolgende jaren exponentieel omhoog – tot meer dan 350.000 euro in 2006.
De noden waren dan ook aanzienlijk. Er waren naar schatting 66.000 kinderen ontvoerd door het Verzetsleger van de Heer. Tegen 2006 waren meer dan 25.000 van hen teruggekeerd uit het rebellenleger volgens de cijfers van de verschillende rehabilitatiecentra in Noord-Oeganda. Ons eigen centrum in Lira, Rachele Rehabilitation Centre, ving 2.552 ex-kindsoldaten op.
De centra boden de eerste opvang, verzorgden de vele lichamelijke en psychologische wonden die de kinderen meebrachten, spoorden hun ouders op en herenigden hen met hun families. Maar daarna wachtte een even belangrijke taak: de herintegrate in de samenleving van deze kinderen, die beter een geweer konden hanteren dan een pen en voor wie de meest ondenkbare wreedheden onderdeel van het dagelijks leven waren geworden.
‘Onderwijs’ was het woord dat uit elk van deze kindermonden kwam toen we vroegen wat ze verder wilden doen met hun leven. Kinderen kanaliseren naar goede scholen waar ze veilig waren en zich op andere zaken konden concentreren leek ons de beste manier om hen niet alleen te herintegreren maar ook een toekomst te geven. Het kon voorkomen dat deze jongeren vervielen in misdadig of delinquent gedrag en een last werden voor de samenleving.
En dus startten we een sponsoringprogramma. Aangezien geen enkele NGO op dat moment dit soort steun bood in Noord-Oeganda, richtten we onze eigen vzw op. ‘Sponsoring Kinderen Oeganda’ was de neutrale naam die we kozen – om de ex-kindsoldaten niet nog meer te stigmatiseren.De groep van 25 sponsorkinderen breidde zich uit naar 250, vervolgens naar 500, 1.500 en dank zij de vele sponsors waren we uiteindelijk in staat 3.324 kinderen naar school te sturen. Onder hen waren meer dan 400 kinderen geboren in gevangenschap.
De aanpak moest verschillende keren worden herzien om zo’n massa kinderen te kunnen blijven opvolgen en ervoor te zorgen dat het geld goed terecht kwam. De eerste drie jaar betaalden we het schoolgeld via drie partnerorganisaties. Er was evenwel te weinig controle of de kinderen wel degelijk op school waren.
Daarna betaalden we de scholen cash en gaven een bedrag aan de ouders voor de schoolbenodigheden. Maar sommige ouders gebruikten het geld om broertjes en zusjes die ‘veelbelovender’ waren naar school te sturen. ‘Die is toch al verloren’, zeiden ze over het ontvoerd kind in de familie. Dat was natuurlijk niet de bedoeling van het project.
De kinderen zaten verspreid over meer dan 260 scholen in vijf districten, waarvan sommige moeilijk toegankelijk waren omwille van de onveiligheid. Het was tijdrovend en niet kostenefficiënt om al die scholen elk trimester te bezoeken. En aangezien er op dat moment amper banken bestonden in Noord-Oeganda was het bovendien gevaarlijk om met zoveel cash geld rond te rijden in het oorlogsgebied.
Een ander probleem was dat we met een grote uitval van kinderen zaten. Als de rebellen in de buurt werden gesignaleerd, durfden de kinderen niet naar school te gaan uit angst onderweg opnieuw ontvoerd te worden. Ze wisten heel goed dat hen een vreselijke dood te wachten stond als de rebellen hen terug in handen kregen.
We beslisten toen om het aantal scholen te beperken, en enkel scholen in het programma op te nemen die een bankrekening hadden, relatief veilig waren, binnen ons budget pasten en internaatmogelijkheden hadden zodat de kinderen niet het risico liepen onderweg ontvoerd te worden. Uiteindelijk selecteerden we 76 kostscholen in Lira, Pader, Kitgum, Gulu, Soroti en Katakwi.
Met elke school werd een samenwerkingscontract getekend, waarin de verwachtingen van beide partijen werden beschreven. We organiseerden workshops voor de leerkrachten van de geselecteerde scholen, waarbij we het doel van het project uitlegden en een opleiding gaven in trauma-begeleiding.
Alle schoolgelden werden voortaan rechtstreeks aan de scholen gestort via bankoverschrijvingen. De scholen werden elk jaar geëvalueerd op basis van de resultaten en uitval, en de lijst werd naargelang bijgestuurd.
We deelden ook een jaarlijks schoolpakket uit aan de sponsorkinderen, controleerden of ze aanwezig waren, en legden een ‘plafond’ vast (het bedrag dat de sponsors betaalden) om te verzekeren dat we alle kinderen tot het einde van het middelbaar konden blijven sponsoren.
Deze manier van werken bleek efficiënt. Voor de schooldirecties was de jaarlijkse injectie van zoveel geld een belangrijke bron van inkomsten die hen toeliet leerkrachten beter te betalen, klaslokalen bij te bouwen, het schoolmenu aan te vullen, of labo’s en bibliotheken beter uit te rusten. Ze deden dan ook hun uiterste best om onze sponsorkinderen met goede zorgen te omringen.
Communicatieproblemen met onze sponsorkinderen hebben de afgelopen 15 jaar voor de nodige frustraties gezorgd. Mobiele telefoon en Internet waren tot voor kort onbestaande in Noord-Oeganda, waar zelfs elektriciteit geen evidentie is. Als kinderen niet kwamen opdagen voor het nieuwe schooljaar wisten we vaak niet wat er aan de hand was. De enige manier om hen terug te vinden was hun namen omroepen via de plaatselijke radio. Maar als de familie naar Kampala of een ander deel van het land verhuisd was, liep het spoor dood.
Een andere teleurstelling was dat veel kinderen geboren en opgegroeid in het rebellenleger keer op keer zakten in het basisonderwijs. Sommigen deden vijf keer het eerste leerjaar opnieuw en waren nog steeds niet geslaagd. Uit onderzoek bleek dat deze kinderen aan een extreme vorm van ‘stunting’ leden. ‘Stunting’ betekent dat ze gestuit zijn in hun lichamelijke groei en mentale ontwikkeling omwille van eenzijdige voeding van de moeder tijdens de zwangerschap en van het kind de eerste twee jaar. Na het tweede levensjaar is dit onomkeerbaar. De kinderen hebben een beperkt leervermogen, kunnen niet volgen in het basisonderwijs, en vallen af van school.
Het is met pijn in het hart dat we deze kinderen hebben moeten verwijderen uit het sponsoringprogramma. Tot op vandaag zijn we op zoek naar alternatieven voor deze groep. Helaas bestaat in Oeganda niet zoiets als buitengewoon lager onderwijs, en worden kinderen pas toegelaten in een beroepsschool nadat ze het basisonderwijs hebben voltooid.
Maar voor de meesten in het sponsoringprogramma is onderwijs een uitweg geworden uit hun uitzichtloze situatie. Er zijn talloze succesverhalen van ex-kindsoldaten die nu leraar, advokaat, verpleegkundige, ingenieur of maatschappelijk werker zijn geworden. Zelfs Rachele school in Lira heeft twee leraars in dienst die ooit ontvoerd waren en zich via ons sponsoringprogramma hebben opgewerkt.
Dit was enkel mogelijk dank zij de vrijgevigheid van honderden trouwe supporters in België, Nederland en Italië. We kunnen hen, in naam van de ex-kindsoldaten, niet genoeg danken voor hun financiële en morele steun.
54.700 euro betaald voor schoolgeld in 2015
In 2015 hebben we opnieuw voor 54.700 euro aan schoolgelden uitbetaald voor ex-kindsoldaten in Noord- en Oost-Oeganda. Daarnaast gaven we 3.800 euro uit aan schoolpakketten. Een pakket bestaat uit 36 schriften, een pak copieerpapier, een meetlat, zes potloden, tien pennen en 10 rollen toiletpapier.
Het schoolgeld ging naar 218 ex-kindsoldaten die verspreid zitten over 23 scholen in de provincies Lira, Gulu, Pader en Soroti (zie lijst hieronder). Daarvan zitten er 70 in het basisonderwijs, 109 in het middelbaar onderwijs, 23 volgen een beroepsopleiding en 16 hoger onderwijs.
Van diegenen die hoger onderwijs volgen, zitten er negen in een lerarenopleiding, een studeert voor vroedvrouw, een voor landbouwingenieur, drie studeren voor verpleegster en twee voor commercieel ingenieur.
Betalingen aan scholen in 2015
School | District | Bedrag (UGX) | Aantal leerlingen |
---|---|---|---|
Bobi Community Polytechnic | Gulu | 800 | 1 |
Gulu High School | Gulu | 800 | 1 |
Gulu Public Primary School | Gulu | 15,293,500 | 32 |
Holy Rosary Primary School | Gulu | 3,192,000 | 6 |
Mary Immaculate Primary School | Gulu | 4,120,000 | 5 |
Samuel Baker Secondary School | Gulu | 1,910,000 | 2 |
St. Joseph's College Layibi | Gulu | 2,154,200 | 2 |
UNIFAT | Gulu | 4,860,000 | 6 |
Uganda College of Commerce Aduku | Lira | 2,062,500 | 2 |
Adwari Secondary School | Lira | 3,668,000 | 4 |
Adwoki Technical Institute | Lira | 17,575,000 | 19 |
Fountain Boarding Primary School | Lira | 4,860,000 | 6 |
Lango College | Lira | 1,910,000 | 2 |
Lira Integrated Primary and Secondary School | Lira | 4,920,000 | 6 |
Pacific Nursery Teachers College | Lira | 800 | 1 |
St. Kizito Primary School | Lira | 4,060,000 | 5 |
Uganda Christian Institute | Lira | 3,280,000 | 2 |
Rachele Comprehensive Secondary School | Lira | 93,909,000 | 88 |
Canon Lawrence Primary Teachers College | Lira | 6,048,000 | 9 |
Lira University (Susan Adong) | Lira | 1,904,000 | 1 |
ABC Rackoko Primary School | Pader | 5,775,000 | 4 |
Halcyon High School | Soroti | 10,155,000 | 8 |
Teso College | Soroti | 1,755,000 | 2 |
Uganda Martyr's Vocational School | Soroti | 2,835,000 | 3 |
Arapai Agricultural School | Soroti | 1,994,000 | 1 |
TOTAAL UGX | 200,640,200 | 218 | |
TOTAAL EURO | 54,7 |
Elke leerling krijgt 800,000 Oegandese Shilling, het equivalent van 218 euro. Daarbovenop wordt het examengeld betaald: 30,000 Oegandese Shilling (8 euro) voor het laatste jaar van het basisonderwijs, 140.000 (38 euro) voor O’level (vierde middelbaar) en 155.000 Oegandese Shilling (42 euro) voor A’level (zesde middelbaar).
Zoals de voorbije jaren telde Rachele Middelbare School in 2015 het grootste aantal sponsorkinderen, namelijk 88, gevolgd door Gulu Public Primary School (32) en Adwoki Technical Institute (19).
Met Gulu Public werken we al 15 jaar nauw samen. In 2002, op het toppunt van de oorlog, renoveerden we hun klaslokalen, die vanaf zonsondergang dienst deden als nachtschuilplaatsen. Honderden kinderen uit de omringende dorpen kwamen er slapen, uit angst thuis ontvoerd te worden.
Gelukkig liggen die zwarte jaren ver achter ons. Gulu is nu een bloeiende handelsstad met banken, supermarkten, nieuwe hotels en zelfs twee zwembaden. En Gulu Public is uitgegroeid tot een van de populairste lagere scholen van de stad, vooral voor ex-kindsoldaten die er met veel begrip en liefde worden opgevangen.